Doel en nadelen van castreren

HONDEN

Doel om reuen te castreren:
Reuen worden niet standaard gecastreerd. Als een reu gecastreerd wordt, heeft dit een gerichte reden zoals gedrag of medisch. Het is dus afhankelijk van de reden wanneer een reu gecastreerd wordt.

Gedrag.

  • Honden in de puberteit, vertonen meer “ongewenst” gedrag die eigenlijk natuurlijk gedrag is. Door castratie worden dit gedrag “verholpen”.
  • Dominantie, zelfverzekerdheid, agressie. Vaak is hier nog extra begeleiding via gedragstherapie en/of gehoorzaamheidstraining nodig om het gedrag te behandelen.
  • Vechten tegen andere honden, als een reu willen vechten met teven en reuen ligt meestal een niet-hormonaal en niet-geslachtsgebonden reden ten grondslag, castratie zal dan ook zelden helpen, hierbij is gedragstherapie noodzakelijk.
  • Als reuen met andere reuen vecht, dan is een castratie een mogelijkheid.
  • Ongewenst sexueel gedrag (hypersexueel gedrag, waarbij de hond wil rijen op mensen, dit duidt vaak op het oefenen van het dekken en kijkt waar hij staat in rang).
  • Weglopen van de reu als er loopse teefjes in de buurt zijn.
  • Samen met ongecastr. teefje in huis wonen.
  • Territorium uitzetten (ook in huis).

Medisch

  • Castreren op latere leeftijd heeft vaker een medische reden, het gedrag zal vrijwel niet meer veranderen.
  • Prostaatvergrotingen en –tumoren (deels beinvloedbaar door castratie).
  • Circumanaalkliergezwellen (veelal goedaardige tumoren rond de anus die onder invloed van het mannelijke geslachshormoon ontstaan en verdwijnen na castratie).
  • Testikeltumoren (vaak 1 testikel groter dan de andere en kunnen hormonen afgeven waarbij oa. symmetrische kaalheid op de romp kunnen veroorzaken.
  • Cryptorchidie, het niet indalen van 1 of beide testikels, hierbij kan een tumor ontstaan van de niet ingedaalde testikel.

Nadelen:

  • Iedere ingreep onder narcose heeft een risico en eventuele complicaties.
  • Castratie soms verkeerde reden en heeft geen effect.
  • Verandering van de vacht.
  • Verandering van de stofwisseling.
  • Te vroeg castreren heeft invloed op ontwikkeling van de lichaamsbouw, de invloed van geslachtshormonen op de groei worden weggenomen.
  • Gecastreerde reuen worden soms niet meer als reu (h)erkend en worden bereden door andere reuen.
  • Kans op urine incontinentie.

Alternatief?

  • Chemische castratie
  • Implantaat van een suprelorin chip, dit zou 6-12 maanden onvruchtbaarheid geven en afname van reuengedrag, sommige reuen kunnen te heftig en agressief reageren op deze inplantaat.

Deze alternatieven is niet zonder gevaar! De prikkeling van het systeem op een ander gebied dan hormonaal geeft soms een afwijkend, onverwacht gedrag.

Natuurgeneeskundige aanvulling:

  • De castratie van de reu moet individueel bekeken en ingeschat worden en mogelijk is een gedragstherapie of begeleiding een betere oplossing dan castratie.
  • Een grote rol speelt het karakter van de hond, zijn functie en de verwachting van de eigenaar.
  • De hormonale balans in het lichaam wordt verstoord door het weghalen van de mannelijke hormonen. Dit kan juist anders uitpakken dan men verwacht. Een onzekere reu die gecastreerd wordt, kan juist nog onzekerder worden omdat hij zijn testosteron-zekerheid is kwijtgeraakt.
  • Een reu die gecastreerd is, omdat hij vocht, kan slachtoffer worden van andere reuen die hem willen dekken, dit kan veel boosheid en frustratie geven en hierdoor meer agressie veroorzaken.
  • Een bange, gecastreerde reu die besprongen wordt, kan juist ook veel angstiger worden.

Doel om teven te castreren:

  • Niet meer loops worden, geen uitvloeien en opdringerige reuen
  • Verlaging risico op ontwikkeling melkkliertumoren (Voor 4e loopsheid)
  • Verlaging kans op baarmoederontsteking (soms met aantasting van de nieren en buikvlies)
  • Verminderde kans op suikerziekte
  • Tegen schijndracht. Het schijndrachtig worden van de teef is in de natuur normaal natuurlijk gedrag. De schijndrachtige teven voeden de pups van de andere teven en dragen bij aan de verzorging. Dit is geen natuurgeneeskundige reden om te castreren bij een teef.

Aandachtspunt:

Teven pas in de rustfase van de cyslus castreren, dat is tussen 2 loopsheden in, 3 maanden na de loopsheid I.v.m. minste operatie, bloeding- en infectierisico’s.

Nadelen:

  • Iedere ingreep onder narcose heeft een risico.
  • Kans op infecties en/of nabloedingen.
  • Gewichtstoename door een verandering in de stofwisseling.
  • Urine incontinentie (vnl. bij castratie voor de 1e loopsheid).
  • Niet volledige ontwikkeling van karakter en lichaamsbouw van de hond (vnl. bij castratie voor de 1e loopsheid).
  • Verandering van vachtstructuur en verharingen.
  • Verandering in gedrag. Sloomheid, lusteloosheid, onzekerheid, agressie, gedragsveranderingen geven ook verschuivingen in de roedelhierarchie.

KATTEN

Doel om katers te castreren.

  • Voorkomen van sproeigedrag; minder territoriaal en zwerfgedrag.
  • Voorkomen van voortplanten en daarbij behorende katergedrag.
  • Minder vechtneigingen, kans op ontstekingen en infecties worden verminderd.
  • Vaak rustiger, prettiger karakter ontwikkeling.

Nadelen

  • Iedere ingreep onder narcose heeft een risico.
  • Kans op infecties en/of nabloedingen.
  • (te) vroeg castreren geeft meer kans op ontstaan van urinewegproblemen (het onvoldoende uitgroeien van de penis, waarbij blaasgruis/-stenen vast kunnen lopen en levensbedreigende situatie kan veroorzaken).
  • Te zwaar worden door een verandering in de stofwisseling.

Natuurgeneeskundige aanvulling:
Vaak worden katers te vroeg gecastreerd, de katers zijn nog niet volwassen en dat betekent dat ze fysiek en mentaal nog niet volgroeid zijn en nog niet volledig in balans zijn.
Hormonen spelen een belangrijke rol bij diverse processen in het lichaam en een verstoring daarvan kan het dier extra uit balans brengen.
Er kunnen gedragsveranderingen optreden die niet met de castratie in verband worden gebracht, het dier kan agressief worden, of erg bang, of kan alsnog in huis gaan sproeien of plassen.
In de natuurgeneeskunde kunnen we verder zoeken naar de oorzaak en daar gerichter op inspelen.

Doel om poezen te castreren.

  • Geen krolsheden meer.
  • Minder gaan zwerven.
  • Geen voortplanting.
  • Verminderde kans op tumoren van de melklieren.
  • Minder kans op besmettelijke infecties ziektes.

Nadelen:

  • Te zwaar worden door een verandering in de stofwisseling.
  • Iedere ingreep onder narcose heeft een risico.
  • Kans op infecties en/of nabloedingen.
  • Verandering van gedrag.

Alternatief?
De poezenpil zou gegeven kunnen worden om de krolsheid uit te stellen, hieraan zitten alleen grote risico’s aan. Het mag echter niet voor de eerste krolsheid gegeven worden i.v.m het de risico om fibroadenomateuze hyperplasie van de melkklieren (dolly Partonsyndroom) te krijgen.
De nadelen zijn suikerziekte, melkkliertumoren, ongewenste kitten en baarmoederontsteking door verandering baarmoederveranderingen, gedragsverandering, beïnvloeding van de stofwisseling. Verminderde vruchtbaarheid na stoppen van de pil.

PAARDEN

Ook bij paarden is het van groot belang dat ze mogen uitgroeien tot een gezonde en stevige dieren die optimaal gebruik maken van de geslachtsklieren om fysiek en mentaal volwassen te worden.

Hengsten.
Vanuit de natuurgeneeskundige visie levert het ongecastreerd laten van een hengst meer nadelen op dan voordelen.

De bijwerkingen van een castratie heeft bij een hengst minder ingrijpende effecten en opzichte van de merrie. Om een hengst niet te castreren ins in onze cultuur bijna een voortdurende eenzame opsluiting voor het dier.
De keuze voor castratie voor een paard dan daarom verantwoordelijke beslissing.
De hengst krijgt door een castratie een gezondere leven, hij kan meer naar buiten en kan met andere paarden gehuisvest worden, wat ten goede komt aan de sociale interactie.

Merries
De operatie is een risicovolle ingreep bij merries, daarom wordt een merries niet of nauwelijks gecastreerd.
Bij de merrie is het ongedekt blijven absoluut onnatuurlijk en heeft meer last van haar schommelde hormonen ten gevolge van de leefomstandigheden en huisvesting.
Bij een merrie, die last heeft van haar schommelende hormonen (waaronder pismerries vallen), zal echt aandacht aan geschonken moeten worden. Deze merries hebben hulp nodig en is goed natuurgeneeskundig te behandelen.

Wilt u natuurgeneeskundig advies voor steriliseren/castreren van uw dier, neem dan contact op.

Terug naar: Extra

HONDEN

Doel om reuen te castreren:
Reuen worden niet standaard gecastreerd. Als een reu gecastreerd wordt, heeft dit een gerichte reden zoals gedrag of medisch. Het is dus afhankelijk van de reden wanneer een reu gecastreerd wordt.

Gedrag.

  • Honden in de puberteit, vertonen meer “ongewenst” gedrag die eigenlijk natuurlijk gedrag is. Door castratie worden dit gedrag “verholpen”.
  • Dominantie, zelfverzekerdheid, agressie. Vaak is hier nog extra begeleiding via gedragstherapie en/of gehoorzaamheidstraining nodig om het gedrag te behandelen.
  • Vechten tegen andere honden, als een reu willen vechten met teven en reuen ligt meestal een niet-hormonaal en niet-geslachtsgebonden reden ten grondslag, castratie zal dan ook zelden helpen, hierbij is gedragstherapie noodzakelijk.
  • Als reuen met andere reuen vecht, dan is een castratie een mogelijkheid.
  • Ongewenst sexueel gedrag (hypersexueel gedrag, waarbij de hond wil rijen op mensen, dit duidt vaak op het oefenen van het dekken en kijkt waar hij staat in rang).
  • Weglopen van de reu als er loopse teefjes in de buurt zijn.
  • Samen met ongecastr. teefje in huis wonen.
  • Territorium uitzetten (ook in huis).

Medisch

  • Castreren op latere leeftijd heeft vaker een medische reden, het gedrag zal vrijwel niet meer veranderen.
  • Prostaatvergrotingen en –tumoren (deels beinvloedbaar door castratie).
  • Circumanaalkliergezwellen (veelal goedaardige tumoren rond de anus die onder invloed van het mannelijke geslachshormoon ontstaan en verdwijnen na castratie).
  • Testikeltumoren (vaak 1 testikel groter dan de andere en kunnen hormonen afgeven waarbij oa. symmetrische kaalheid op de romp kunnen veroorzaken.
  • Cryptorchidie, het niet indalen van 1 of beide testikels, hierbij kan een tumor ontstaan van de niet ingedaalde testikel.

Nadelen:

  • Iedere ingreep onder narcose heeft een risico en eventuele complicaties.
  • Castratie soms verkeerde reden en heeft geen effect.
  • Verandering van de vacht.
  • Verandering van de stofwisseling.
  • Te vroeg castreren heeft invloed op ontwikkeling van de lichaamsbouw, de invloed van geslachtshormonen op de groei worden weggenomen.
  • Gecastreerde reuen worden soms niet meer als reu (h)erkend en worden bereden door andere reuen.
  • Kans op urine incontinentie.

Alternatief?

  • Chemische castratie
  • Implantaat van een suprelorin chip, dit zou 6-12 maanden onvruchtbaarheid geven en afname van reuengedrag, sommige reuen kunnen te heftig en agressief reageren op deze inplantaat.

Deze alternatieven is niet zonder gevaar! De prikkeling van het systeem op een ander gebied dan hormonaal geeft soms een afwijkend, onverwacht gedrag.

Natuurgeneeskundige aanvulling:

  • De castratie van de reu moet individueel bekeken en ingeschat worden en mogelijk is een gedragstherapie of begeleiding een betere oplossing dan castratie.
  • Een grote rol speelt het karakter van de hond, zijn functie en de verwachting van de eigenaar.
  • De hormonale balans in het lichaam wordt verstoord door het weghalen van de mannelijke hormonen. Dit kan juist anders uitpakken dan men verwacht. Een onzekere reu die gecastreerd wordt, kan juist nog onzekerder worden omdat hij zijn testosteron-zekerheid is kwijtgeraakt.
  • Een reu die gecastreerd is, omdat hij vocht, kan slachtoffer worden van andere reuen die hem willen dekken, dit kan veel boosheid en frustratie geven en hierdoor meer agressie veroorzaken.
  • Een bange, gecastreerde reu die besprongen wordt, kan juist ook veel angstiger worden.

Doel om teven te castreren:

  • Niet meer loops worden, geen uitvloeien en opdringerige reuen
  • Verlaging risico op ontwikkeling melkkliertumoren (Voor 4e loopsheid)
  • Verlaging kans op baarmoederontsteking (soms met aantasting van de nieren en buikvlies)
  • Verminderde kans op suikerziekte
  • Tegen schijndracht. Het schijndrachtig worden van de teef is in de natuur normaal natuurlijk gedrag. De schijndrachtige teven voeden de pups van de andere teven en dragen bij aan de verzorging. Dit is geen natuurgeneeskundige reden om te castreren bij een teef.

Aandachtspunt:

Teven pas in de rustfase van de cyslus castreren, dat is tussen 2 loopsheden in, 3 maanden na de loopsheid I.v.m. minste operatie, bloeding- en infectierisico’s.

Nadelen:

  • Iedere ingreep onder narcose heeft een risico.
  • Kans op infecties en/of nabloedingen.
  • Gewichtstoename door een verandering in de stofwisseling.
  • Urine incontinentie (vnl. bij castratie voor de 1e loopsheid).
  • Niet volledige ontwikkeling van karakter en lichaamsbouw van de hond (vnl. bij castratie voor de 1e loopsheid).
  • Verandering van vachtstructuur en verharingen.
  • Verandering in gedrag. Sloomheid, lusteloosheid, onzekerheid, agressie, gedragsveranderingen geven ook verschuivingen in de roedelhierarchie.

KATTEN

Doel om katers te castreren.

  • Voorkomen van sproeigedrag; minder territoriaal en zwerfgedrag.
  • Voorkomen van voortplanten en daarbij behorende katergedrag.
  • Minder vechtneigingen, kans op ontstekingen en infecties worden verminderd.
  • Vaak rustiger, prettiger karakter ontwikkeling.

Nadelen

  • Iedere ingreep onder narcose heeft een risico.
  • Kans op infecties en/of nabloedingen.
  • (te) vroeg castreren geeft meer kans op ontstaan van urinewegproblemen (het onvoldoende uitgroeien van de penis, waarbij blaasgruis/-stenen vast kunnen lopen en levensbedreigende situatie kan veroorzaken).
  • Te zwaar worden door een verandering in de stofwisseling.

Natuurgeneeskundige aanvulling:
Vaak worden katers te vroeg gecastreerd, de katers zijn nog niet volwassen en dat betekent dat ze fysiek en mentaal nog niet volgroeid zijn en nog niet volledig in balans zijn.
Hormonen spelen een belangrijke rol bij diverse processen in het lichaam en een verstoring daarvan kan het dier extra uit balans brengen.
Er kunnen gedragsveranderingen optreden die niet met de castratie in verband worden gebracht, het dier kan agressief worden, of erg bang, of kan alsnog in huis gaan sproeien of plassen.
In de natuurgeneeskunde kunnen we verder zoeken naar de oorzaak en daar gerichter op inspelen.

Doel om poezen te castreren.

  • Geen krolsheden meer.
  • Minder gaan zwerven.
  • Geen voortplanting.
  • Verminderde kans op tumoren van de melklieren.
  • Minder kans op besmettelijke infecties ziektes.

Nadelen:

  • Te zwaar worden door een verandering in de stofwisseling.
  • Iedere ingreep onder narcose heeft een risico.
  • Kans op infecties en/of nabloedingen.
  • Verandering van gedrag.

Alternatief?
De poezenpil zou gegeven kunnen worden om de krolsheid uit te stellen, hieraan zitten alleen grote risico’s aan. Het mag echter niet voor de eerste krolsheid gegeven worden i.v.m het de risico om fibroadenomateuze hyperplasie van de melkklieren (dolly Partonsyndroom) te krijgen.
De nadelen zijn suikerziekte, melkkliertumoren, ongewenste kitten en baarmoederontsteking door verandering baarmoederveranderingen, gedragsverandering, beïnvloeding van de stofwisseling. Verminderde vruchtbaarheid na stoppen van de pil.

PAARDEN

Ook bij paarden is het van groot belang dat ze mogen uitgroeien tot een gezonde en stevige dieren die optimaal gebruik maken van de geslachtsklieren om fysiek en mentaal volwassen te worden.

Hengsten.
Vanuit de natuurgeneeskundige visie levert het ongecastreerd laten van een hengst meer nadelen op dan voordelen.

De bijwerkingen van een castratie heeft bij een hengst minder ingrijpende effecten en opzichte van de merrie. Om een hengst niet te castreren ins in onze cultuur bijna een voortdurende eenzame opsluiting voor het dier.
De keuze voor castratie voor een paard dan daarom verantwoordelijke beslissing.
De hengst krijgt door een castratie een gezondere leven, hij kan meer naar buiten en kan met andere paarden gehuisvest worden, wat ten goede komt aan de sociale interactie.

Merries
De operatie is een risicovolle ingreep bij merries, daarom wordt een merries niet of nauwelijks gecastreerd.
Bij de merrie is het ongedekt blijven absoluut onnatuurlijk en heeft meer last van haar schommelde hormonen ten gevolge van de leefomstandigheden en huisvesting.
Bij een merrie, die last heeft van haar schommelende hormonen (waaronder pismerries vallen), zal echt aandacht aan geschonken moeten worden. Deze merries hebben hulp nodig en is goed natuurgeneeskundig te behandelen.

Wilt u natuurgeneeskundig advies voor steriliseren/castreren van uw dier, neem dan contact op.

Terug naar: Extra